De Europese hoornaar.
In Eurazië onderscheidt men drie soorten hoornaars: de Duitse hoornaar (Vespa germanica Fabricius), de Middelste hoornaar (Vespa media Degenhardt) en de Grote hoornaar (Vespa crabro Linneaus). Respectievelijk worden deze soorten gemiddeld 20, 25 en 30 mm lang. Behalve door haar afmeting valt de hoornaar op door haar roodachtige borststuk en haar felle geluid. Zij kwam niet veel voor in België en Nederland, maar is de laatste 3 jaar geen zeldzaamheid meer. Hoewel de grote hoornaar meer dan twee keer zo groot is als de gewone wesp, is zij beduidend minder agressief ten opzichte van de mens.
Als zij steekt is dit toch aardig wat pijnlijker dan bij een gewone wesp of bij, maar ze steekt minder snel - al kan de hoornaar wel erg weerbaar zijn als het erop aankomt een nest te verdedigen. Werksters zijn 18-25 mm, koninginnen 25-35 mm en mannetjes tot 28 mm lang.
In de volksmond doen fabels de ronde dat een paar steken al voldoende zouden zijn een mens of paard te doden. Voorzover die persoon niet toevallig één van de twee tot drie procent mensen betreft met een allergie tegen de steken of in de keel holte gestoken wordt is dit echter volstrekte onzin.
Het gif is vergelijkbaar met dat van bijen en andere wespen, maar niet exact hetzelfde - het bevat een relatief grote hoeveelheid van de neurotransmitter , waardoor het sterker een branderig gevoel opwekt. Ook zal het branderige en jeukende gevoel langer aanhouden.